Bijna iedereen maakt er wel is gebruik van.
Het openbaar vervoer maakt het mogelijk om verre afstanden afteleggen ookal heb je geen auto. Je kan met het openbaar Vervoer door heel het land reizen en soms zelf naar het buitenland. Het openbaar vervoer kent verschillende vervoermiddelen, dit zijn treinen, bussen, de metro en trams.
Het openbaar vervoer kost wel geld, tenzij je een studenten ov hebt. Je kan in aanraken komen voor een studenten ov als je een student bent, deze kan je aanvragen op duo. Het openbaar vervoer maakt het dus mogelijk ik makkelijk naar je school of werk te gaan. Maar er zitten ook nadelen aan zoals vertragingen, dit komt het meest voor bij treinen.
Treinen.
Je hebt 2 soorten treinen de sprinter en de intercity. De sprinter is een trein die bijna bij elk station stopt op zijn route. De intercity is een trein die alleen stopt op drukke stations. Het is daarom handig om te kijken waar de trein allemaal stopt voordat je erin stapt. En als je haast hebt kan je beter de intercity nemen omdat deze sneller is. Voor de tram, bus en metro maakt dit niet uit omdat deze bij elk station of halte stoppen.